in een land hier ver vandaan
ben ik eens op pad gegaan
rustig wandelend door het bos
voet geplaatst op blad en mos
het moois bekijkend om me heen
voel op eens ben niet alleen
pats au een mug
pats au een mug
pats au
het heeft geen zin om te gaan slaan
beter hier een eind vandaan
stukje rennen deed me zweten
wat ik zie doet me vergeten
vlindertjes op necar jacht
tonen hier hun kleurenpracht
komt op eens in mijn gezicht
voorbeeld van de strijd om licht
wie het wint het eerste boven
zal daarvoor de heer wel loven
maar zo ver is het nog niet
er wordt gewurgd oh groot verdriet
ieder gaatje wordt gevonden
achterlatend van gewonden
en ziet die bloeiaar daar eens prijken
wil zo graag het bos verrijken
strak gezwollen vol van zaad
gelijk de zak een zeesoldaat
verderop een schril geluid
kikkertje zoekt jonge bruid
ook een vogel laat zich horen
om een vrouwtje te bekoren
kom toch hier zo fluit hij blij
ik bouw een nest jij legt een ei
en is het broeden goed gedaan
blijft ook onze soort bestaan
zoem zoem zoem
een bijtje vliegt van bloem tot bloem
zaadjes kleven aan de poten
want een bloem die heeft geen kloten
volgens hardnekkige geruchten
is zij nu aan het bevruchten
ook een slang die zoekt zijn weg
ik zie te laat das dikke pech
bijt in mijn been vreselijk driftig
geluk voor mij hij is niet giftig
trap je op de verkeerde slang
duurt je leven niet zo lang
raakt je beentje opgezwollen
erg veel pijn je ogen rollen
komt dan snel in ademnood
trekt wat stuipen en gaat dood
al het moois deed mij de tijd vergeten
ik krijg honger en wil wat eten
moest maar terug gaan misschien
heb voor vandaag genoeg gezien